THEMA EXPOSITIE KONINKLIJKE MARINE

De thema-expositie “Koninklijke marine” poogt een inzicht te geven in de uniformering van de militairen van dit krijgsmachtdeel door de jaren heen en onder de verschillende omstandigheden die voorkwamen en voorkomen.

marinepodium1

Deze thema-expositie maakt deel uit van een beoogde nieuwe opzet van exposeren in MUSEUM MILITAIRE TRADITIE ’t Schilderhuis en is gekoppeld aan het pilotproject van de renovatie van de expositieruimtes en de gelijktijdige isolatie van het gebouw. In de toekomst zijn er wisselende thema-exposities voorzien naast een permanente overzichtsexpositie van de ontwikkeling van de uniformering parallel aan de militaire traditie. Het pilotproject is bedoeld om inzicht en ervaring te krijgen met het renoveren en isoleren en het daarmee gemoeide budget.
Dat geeft dan weer inzicht voor de benodigde werving van fondsen en donaties om het gehele gebouw op museaal aanvaardbaar niveau te brengen.
De expositie is opgesteld rondom een tweetal prominente scheepsmodellen van de kruisers De Ruyter.

Aan de rechterzijde de vooroorlogse lichte kruiser De Ruyter die op 11 maart 1935 werd gedoopt en te water gelaten en op 28 februari 1942 ten onder ging in de Javazee tijdens een treffen met een Japans eskader.

Deze lichte kruiser van de De Ruyter-klasse is het 10de schip van de Nederlandse marine met die naam. Dit schip werd gebouwd met het oogmerk te dienen als vlaggenschip in Nederlands Indië. In verband met de vele patrouilles die het schip zou moeten varen in de uitgestrekte wateren van de archipel, kreeg de kruiser de capaciteit om 2 vliegtuigen mee te nemen.

marinepodium2

Nadat de afbouw gereed was in 1936, vertrok het schip naar Indië waar zij in dienst werd gesteld. Op 26 februari 1942 voer het schip uit als vlaggenschip van schout-bij-nacht Karel Doorman, die aan het hoofd stond van een internationaal eskader, op weg naar wat de Slag in de Javazee zou worden. De opdracht was Japanse konvooien met invasietroepen voor Java beletten om Java te bereiken.De konvooien werden echter niet gevonden. Vervolgens raakte het eskader slaags met een ander Japans eskader, waarbij de Nederlandse kruisers Java en De Ruyter werden getorpedeerd. Doorman verkoos het om met zijn schip ten onder te gaan.
Op 1 december 2002 werden beide kruisers teruggevonden in de Javazee, bij het eiland Bawean. Een internationale groep duikers die op zoek was naar HMS Exeter stuitte op Hr. Ms. De Ruyter tijdens een zoektocht met sonar. Het schip ligt op circa 69 meter diepte, met een kleine slagzij naar stuurboord. Duikers wisten te bevestigen dat het inderdaad om de De Ruyter ging.

Aan de linker zijde een model van de naoorlogse kruiser De Ruyter waarvoor in 1939 reeds de kiel werd gelegd en die De Zeven Provinciën moest gaan heten. Uiteindelijk werd het schip op 22 augustus 1950 herdoopt in De Ruyter. Het schip heeft gevaren voor de Koninklijke marine tot 13 oktober 1972 en werd daarna verkocht aan de Peruaanse marine en herdoopt in Almirante Grau.

Ter vervanging van de kruisers Java en Sumatra werden vlak voor WO2 de kielen gelegd voor 2 kruisers: De Zeven Provincien en de Eendracht. In 1939 werd de kiel gelegd voor De Zeven Provincien. Tijdens de Duitse bezetting werd de bouw langzaam voortgezet, doch later weer gestaakt. Na de bevrijding van Nederland werden er door de marinestaf nieuwe stafeisen opgesteld,

marinepodium3In 1946 werd opdracht gegeven de kruiser volgens de gewijzigde plannen af te bouwen; zij werd daarbij op 22 augustus 1950 herdoopt in “De Ruyter”. Daarmee was een modern schip gebouwd dat was voorzien van vooral de laatste radartechnieken. Op 18 november 1953 werd de “De Ruyter” door kapitein-ter-zee W.J. Kruys in dienst gesteld in tegenwoordigheid van Koningin Juliana.

De kruiser De Ruyter voer afwisselend als vlaggenschip voor de toenmalige smaldelen 1 en 5 en het latere eskader. Het schip ondersteunde ook een aantal uitgaande staatsbezoeken van koningin Juliana. Op 13 oktober 1972 werd de kruiser voor het laatst uit dienst gesteld. Daarna werd het schip in maart 1973 verkocht en overgedragen aan de Peruaanse marine waar zij BAP Almirante Grau werd gedoopt.

Van 1985 tot 1988 werd de Almirante Grau op de werf in Amsterdam gemoderniseerd. Tot op heden is de kruiser nog in actieve dienst in Peru en is daarmee de oudste actieve kruisers met kanons als hoofdbewapening. Velen zouden het schip graag terughalen naar Nederland na uitdienststelling.

De Tweede Wereldoorlog en de nasleep in de Indische archipel zouden een kantelpunt blijken voor de Koninklijke marine, zowel qua missie (voor de oorlog diende het merendeel van de marine in de Oost) als materieel. Na de oorlog was wederopbouw van de vloot noodzakelijk, deels door verliezen en deels door verouderde eenheden. Die wederopbouw werd mede gefinancierd door het Mutual Defense Aid Program (MDAP) dat in leven was geroepen door de VS om de Europese landen te assisteren bij de wederopbouw van hun strijdkrachten.

Dit hield in dat militair materieel (onder meer schepen) werd geleverd (veelal uit oorlogsoverschotten) of gebouwd ten laste van de begroting van de VS. Zo kreeg de marine in die periode fregatten (Van Amstelklasse), korvetten (Roofdierklasse), mijnenvegers, onderzeeboten en vliegtuigen voor de MLD.

Een van de projecten die onder het MDAP werd uitgevoerd was de genoemde levering en bouw van mijnenvegers. Er werden 14 mijnenvegers overgedragen uit de Amerikaanse vloot van het type die bij de Koninklijke marine de Beemster-klasse gingen heten. Daarnaast werden nog 32 mijnenvegers nieuw gebouwd in Nederland, waarvan 18 op Amerikaanse kosten onder het MDAP (de Dokkum-klasse) en 14 ten laste van de Nederlandse begroting (de Wildervank-klasse). Het ontwerp van de Dokkumklasse, die ook wel de WU-klasse werd genoemd, was gebaseerd op standaard stafeisen opgesteld in West-Europese Unie verband. Met deze stafeisen en onder het MDAP zijn er in veel landen schepen gebouwd van de WU-klasse, waaronder toenmalig West-Duitsland, Engeland en Frankrijk.

marinepodium4De scheepsbel van Hr Ms Drachten (M 812), een van de eenheden van de Dokkumklasse, hangt nu prominent aan de voorzijde van de expositie als markering van die naoorlogse omslag.(in bruikleen afgestaan door het marinemuseum in Den Helder.)
Hr Ms Drachten kwam in dienst op 27 januari 1956. In 1999 werd het schip verkocht voor de sloop, wat uiteindelijk pas in 2004 werd uitgevoerd in Hasselt.

Van rechts naar links op de expositievloer staan uniformen opgesteld vanaf de vooroorlogse periode tot heden. De selectie van uniformen zal gedurende de expositieperiode steeds wijzigen. De volgende clusters zullen steeds in de expositie zijn vertegenwoordigd:

  • Voormalige MARVA en vrouwelijk vlootpersoneel
  • Mannelijk vlootpersoneel, varend en/of vliegend
  • Militairen Korps Mariniers, Papoea Vrijwilligerskorps of Antilliaanse militie
  • En zo mogelijk ondersteunende diensten bij de Koninklijke marine (bv bewakingskorps, brandweer, voormalig oosters personeel etc).

De actuele selectie van uniformen zal steeds worden toegelicht in de expositie.De beide scheepsmodellen zullen steeds opgesteld blijven. Bij de modellen zal ook steeds een prominente militair worden uitgebeeld die een relatie had met het betreffende schip.

Lichte kruiser De Ruyter (1933-1942).
Achter het model van de vooroorlogse kruiser staan in de huidige expositie twee modellen in tropenuniform.

De een stelt schout-bij-nacht Doorman voor (de commandant van het Nederlands-Indisch Eskader) en de andere kapitein-luitenant ter zee Lacomblé (de commandant van de kruiser De Ruyter).

marinepodium5
Schout bij nacht K.W.F.M. (Karel) Doorman werd geboren in 1889 in Utrecht. Hij werd in 1906 adelborst op het Koninklijk Instituut voor de Marine en in 1910 officier. Als jong officier werd hij geplaatst op eenheden in Nieuw Guinea. imageIn 1915 werd hij geplaatst bij de opleiding voor officier-vlieger op Soesterberg. Na een korte maar succesvolle carrière bij de prille marineluchtvaartdienst kreeg hij een voorbereiding op een verdere loopbaan bij de Hogere Marine Krijgsschool. Hierop volgde een plaatsing op het departement van marine in Batavia.

Vanaf 1926 vervulde hij een aantal varende plaatsingen, waaronder een aantal commando’s. Na een periode vanaf 1932 als chef staf van het marinecommandement in Den Helder werd Doorman als kapitein ter zee commandant van de kruiser Sumatra en later van de Java. In 1938 werd hij commandeur en commandant van de marineluchtvaartdienst in Indië te Soerabaja.
Op 16 mei 1940 werd hij benoemd tot schout-bij-nacht en op 13 juni 1940 nam hij het commando over van het eskader. Begin 1942 kreeg hij het bevel over de Combined Striking Force van ABDACOM (American British Dutch Australian Command). Doorman kwam om het leven tijdens de Slag in de Javazee waarbij Hr. Ms. De Ruyter ten onder ging in een treffen met een Japans eskader. Een deel van de bemanning kon worden gered, maar Doorman verkoos met het schip ten onder te gaan. Op 5 juni 1942 werd hem postuum de Militaire Willemsorde 3e klasse toegekend.

marinepodium6Kapitein-luitenant ter zee E.E.B. (Eugène) Lacomblé werd geboren in 1896 in Arnhem. Na de HBS ging hij in image1914 in opleiding voor marineofficier en na zijn benoeming in 1917 naar de Oost. Tot 1927 voer hij op onderzeeboten en keerde in die tijd af en toe terug naar Nederland. Daarna kreeg hij functies in Nederland, waarna hij van 1931 tot 1935 weer terugkeerde naar Indië. In 1938 ging Lacomblé voor de 4e keer naar Indië en werd eerste officier aan boord van Hr. Ms. De Ruyter.

Op 1 februari 1940 werd hij bevorderd tot kapitein-luitenant ter zee en kreeg op 18 augustus 1941 het bevel over De Ruyter. Nadat het schip was getroffen door een Japanse torpedo tijdens de Slag in de Javazee, verkoos hij om samen met zijn eskadercommandant met het schip ten onder te gaan. Hij werd postuum onderscheiden met de Militaire Willemsorde 4e klasse.

Kruiser De Ruyter (1939-1972).
Achter het model van de naoorlogse kruiser staat in de huidige expositie het model van de eerste commandant kapitein ter zee W.J.Kruys, maar dan in het uniform van vice-admiraal dat hij droeg in zijn laatste functie bij de Koninklijke marine.

Vice-admiraal W.J. Kruys werd geboren in 1906 op Sumatra (Ned. Indië) maar ging naar de middelbare school in Nederland. In 1924 werd hij adelborst op het Koninklijk Instituut voor de Marine en in 1926 officier.
Na een aantal jaren als wachtsofficier werd hij opgeleid als artillerie-officier en voer als officier van artillerie aan boord van de Johan Maurits van Nassau in de periode 1935-1938. In augustus 1938 werd hij benoemd tot luitenant ter zee eerste klasse en geplaatst op het Departement van Marine in Den Haag. In de meidagen van ’40 had hij de leiding over de overplaatsing van de Admiraliteit naar Engeland en werd tijdelijk liaisonofficier in Bath.

marinepodium7In 1942 kreeg ltz1 Kruys het bevel over Hr.Ms. Tjerk Hiddesz, een nieuw afgebouwde Britse jager die werd imageovergedragen aan Nederland. Met dit schip voerde Kruys tijdens zijn 2 jaar durende commando indrukwekkende operaties uit. De Timor-operaties zijn de meest aansprekende. Daarbij werden in drie gedurfde acties ongeveer 1200 personen geëvacueerd van het door Japanners bezette Timor. Voor deze acties werd hij door president Roosevelt persoonlijk benoemd tot Officer Legion of Merit en door de Britse koning George VI onderscheiden met The Order of the British Empire.
In 1952 kwam hij, na nog een periode in Engeland en Australië, weer in Den Haag terecht en raakte betrokken bij de afbouw van de nieuwe kruisers De Ruyter en Zeven Provinciën. Op 18 november 1953 werd hij de eerste commandant van De Ruyter en stelde het schip in dienst in aanwezigheid van Hr Ms de Koningin.

In 1955 volgde de benoeming tot vlagofficier materieel en daarna de successievelijke bevorderingen tot schout-bij-nacht en viceadmiraal in 1958. In 1960 ging hij met leeftijdsontslag. Voor de vele verdiensten jegens de Zweedse staat (Bofors) werd Kruys onderscheiden met de Poolster van Zweden en de Orde van het Zwaard van Zweden.

Na zijn ontslag bij de Koninklijke marine volgde nog een carrière bij de Rijksluchtvaartdienst tot 1971. In deze periode kreeg hij nog het ereteken van verdienste jegens de Bondsrepubliek Oostenrijk.

De folder van deze Marine-expositie is gratis verkrijgbaar in het museum of u kunt hem inzien en printen met deze pdf.